Ver, ver in het noordoosten van Europees Rusland ligt de stad Vorkuta. Hier houdt het Europese spoor op. Net ten noorden ligt de Arctische Oceaan, ten oosten liggen de glooiende Oeralbergen die de grens met Azië vormen. De stad is in Rusland berucht vanwege de goelag (Vorkutlag) en als het om geschiedenis gaat, vervult deze plek een gruwelijke plek, punt. Maar er wonen vandaag de dag nog steeds zo’n 70.000 mensen en die proberen er ook maar het beste van te maken. Een jarenlange fascinatie werd werkelijkheid toen ik april 2018 met de trein vanuit Moskou naar Vorkuta reisde.
Vorkuta
Het werd weer eens tijd voor een treinreis door Rusland. Dit keer naar de meest oostelijke stad van Europa, die ook nog eens boven de poolcirkel ligt: Vorkuta. Het is zo ver je maar noordoostelijk kunt gaan in Europa, en dat leek me reden genoeg.
Bovendien zijn Russische treinen gewoon geweldig om mee en in te reizen. Het zijn enorm grote, lange bakbeesten die in traag tempo door de eindeloze bossen en toendra hobbelen. Dagen lang, maar altijd op tijd. En, ze zijn van binnen een stuk moderner geworden. Leeslampjes, stopcontact per bed, moderne en schone wc's; een wereld van verschil met 20 jaar terug.
Het uitzicht is typerend voor Rusland in de winter. De glazen in de van ijzer gevlochten houders idem voor de treinen. Op een station kocht ik ingelegde gezouten augurken (heerlijk). De bessen kreeg ik er gratis bij.
Veel stations hebben - net als de treinen - een grondige make-over gehad en hebben hun fleurige pastelkleur terug.
Het einde van de winter in Kotlas.
De schrik van de trein-nieuwkomer: een andere trein die tussen jouw trein en het perron komt. Geen zorgen, de deuren van de blokkerende trein gaan aan beide kanten open, zodat je via de ene bij de andere trein kunt komen.
Het ging me in eerste instantie om de man die 2 emmertjes kolen aan het halen is. Tot ik die andere man zag. Malle Russen.
Op alle grote stations wordt, ook in de winter, genoeg eten verkocht. Ingelegde groenten en vis, maar ook vers gekookte aardappels en pannenkoeken.
Onderweg zie je veel sprookjesachtige dorpen. 'Achtig', want het sprookje is voor veel Russen allang geëindigd en je ziet dan ook veel verlaten en ingestorte huizen.
Noordelijker en noordelijker. De berkenbomen worden kleiner, tot die uiteindelijk verdwijnen en er alleen nog naaldbomen staan.
Ook de naaldbomen worden steeds kleiner, tot ook die verdwijnen en er slechts een ijzige, kale witte vlakte overblijft. Dit was nog net daarvoor, toen de prachtige besneeuwde glooiende Oeral zich openbaarde. Daarachter ligt Azië.
Op 2300 kilometer ten noordoosten van Moskou houdt het Europese spoor op. In Vorkuta werd ik opgewacht door Ilja, mijn couchsurfing host.
Dit blijft een dingetje voor mij: Hier staan namelijk de wagons van de langste treinrit van Europa klaar om van de ijzige Arctic in 4 dagen de 4286 km naar de Zwarte Zee bij Sotchi (Adler) af te leggen.
En toen begon mijn opmerkelijke bezoek aan deze opmerkelijke stad. De stad (en de spoorlijn er naar toe) zijn gebouwd door Gulag-gevangenen en velen (heel velen) lieten het leven hiervoor. Reden was de mijnbouw, en dat is nog steeds het bestaansrecht van de stad. Ook mijn host en zijn vrienden werken in de kolenmijnen. Ze namen me mee naar de hogeschool voor mijnbouw, waar ze een hal met oude en nieuwe machines tentoongesteld hebben.
En waar de LARP'ers in de gymzaal oefenen voor historische veldslagen die ze 's zomers naspelen.
Het klaslokaal van de Hogeschool.
En het bijbehorende museumpje met artefacten uit beide grote oorlogen van zowel Russische, Westerse en Nazi-makelij.
Uitzicht vanuit het appartement van Ilja. Rondom het kleine centrum staan honderden woonflats; overal om de stad staan al dan niet verlaten kolenmijnen.
You snooze, you looze.
Het centrum van de stad. Het was ongelooflijk koud, overdag zo'n min 22. Het deed pijn aan je handen als je je handschoenen even uittrok om een foto te maken. Maar, zo zwaar als het leven en het werk hier kan zijn, zo goedgemutst (letterlijk en figuurlijk) en warm zijn de mensen. Zeker in het centrum hebben veel gebouwen weer een kleurtje (al zal het er binnen 50 jaar ouder uitzien).
Altijd fabrieken in de verte.
Op straat worden jonge wilgentakken verkocht ter gelegenheid van Pasen. Hiermee wordt de feesttafel versierd
En ook bij min 20 blijven die paar marktlui gewoon buiten zitten.
Klein winkeltje met uitsluitend rendier-producten. De Nenetsen, de oorspronkeljike bevolking van de Komi Republiek, hoeden nog steeds grote kuddes rendieren op de toendra rondom Vorkuta.
Achter alle ijzigheid buiten, gaat het normale leven binnen gewoon door op moderne voet. Je ziet het als buitenstaander vaak niet aan de buitenkant, maar ga een deur door en je zit in een warme, moderne bakkerij/koffiehuis.
Ga de volgende deur, en je bent in een winkelcentrum. Allemaal niet zo heel bijzonder, maar niet wat ik bij Vorkuta in gedachten had.
En, ook bij min 20 wordt er gewoon buiten gespeeld.
Let ook op de kinderwagens met slee in plaats van wielen.
Park, klein treintje, glijbaan, voetballen, zonnige middag met veel gezinnen. Het is alleen min 20; bijzaak.
De 67 slaat op de Noorderbreedte. (Erachter staat ook 'parallel')
Buiten Vorkuta staat een monument voor een vrij recent mjinongeluk, waarbij iets van 30 mensen omkwamen. En in een kleine stad kent iedereen elkaar.
De verlaten begraafplaats voor de slachtoffers van het mijnongeluk.
In de hoogtijdagen van de stad woonden er zo'n 120.000 mensen. Toen de mijnbouw drastisch terugliep en gedwongen verblijf was afgeschaft, trokken duizenden mensen weg. Wat overbleef waren enorme spooksteden rondom Vorkuta. Maar ook in de stad zelf staan veel lege, afbrokkelende flatgebouwen.
In Vorgashor, een 'voorstad' van Vorkuta wonen nog wat mensen, maar verreweg de meeste gebouwen staan leeg en op instorten.
In het 'centrum' van Vorgashor een groot stuk kolen als monument voor de stad.
Maar ook hier is een klein winkelcentrum en koffietentje.
Het doet me ergens aan de spookstadjes van Namibië denken, al worden hier de gebouwen 's winters door sneeuw terug genomen en niet door zand.
Op mijn wandeltocht door de stad kwam ik bij deze kleine ijshelling. Kinderen op sleetjes en zwembanden, maar zelfs iemand op ski's én een vriend van Ilja op z'n snowboard. Diezelfde vrienden lieten me filmpjes zien van hoe enkelen in Vorkuta net zo van wintersport houden als wij hier. En weer een teken van hoe het gewone leven doorgaat, ook hier.
De laatste avond had snowboard-vriend gemarineerde rendier voor ons gemaakt. In een kleine bouwkeet bij de helling was een gaskachel en een generator voor licht. Buiten was het min 20.
En bij min 20 werd er gebarbecued en ging vriend Dima proberen te snowboarden. Heel gewoon. De slogan van de stad is "Koude stad met een warm hart". Meer dan waar gemaakt.
Praktisch
Vanuit Moskou, Sint-Petersburg en zelfs Sotchi (Adler) gaan er dagelijks treinen. Vanuit Moskou of Sint-Petersburg ben je een kleine 2 dagen onderweg. Een enkeltje in 2e klas kost je zo’n € 80,-. Voor iets meer kan je ook vliegen, maar ja, wat is de charme daarvan? Treinkaartjes koop je eenvoudig op de site van de Russische Spoorwegen RZD.
Ik verbleef in Vorkuta via CouchSurfing, maar er zijn genoeg hotels en guesthouses. Er zijn enkele touroperators die vanuit Vorkuta dagtochten of meerdaagse excursies maken naar de Nenetsen en hun rendieren. Even googelen, want dit verandert continu. Een stad “in de buurt” met betere toeristische faciliteiten als het gaat om de Nenetsen en hun rendierkuddes is Salechard (vliegen vanaf Moskou of per trein naar het nabijgelegen Labytnangi). Ook weer even googelen.