Ik ben aangekomen in Wadi Halfa; een ware verademing na Egypte. Waarschijnlijk omdat er slechts mondjesmaat toeristen door de Soedan reizen. (Het lidwoord geeft nét wat meer koloniaal avontuur aan het land: de Congo, de Soedan.) Egypte had natuurlijk duizenden toeristen, maar die blijven nu massaal weg. De enkeling die nog wel komt wordt door iedereen die maar wat te koop heeft aangeklampt. Egypte had al geen goede naam als het om lastige verkopers ging, en daar is dus nog helemaal niets in veranderd.
In Soedan kwamen sowieso al vrijwel geen toeristen, dus het verlies van dat handjevol heeft geen enkel effect gehad op de lokale economie en het gedrag van de mensen. Soedan had al een goede naam als het om gastvrije bevolking ging, en ook daar is nog helemaal niets in veranderd.
Wadi Halfa is de noordelijkste stad van Soedan en verplichte stop-over voor iedereen die van Egypte naar Soedan reist en omgekeerd. Tot voor kort ging hier uitsluitend een wekelijkse veerboot vanuit Aswan, maar sinds een paar maanden is ook de weg open voor trucks en bussen. Met het oog op de wellicht verdwijnende veerdienst (want de bus is veel sneller en ook nog goedkoper) besluit ik om op de klassieke manier naar Soedan te gaan en ik neem de veerboot.
Soedan
Dat de boot niet meer gebruikt zou worden, blijkt al snel niet helemaal te kloppen. Alleen de mensen zonder bagage nemen de bus; alle werkzoekenden uit Egypte, maar ook uit Libië, en de handelaren uit Khartoum met hun ladingen bagage nemen allemaal nog de boot. Terwijl we Aswan verlaten en het Nassermeer opvaren, blijf ik het melodietje van Michael Palins ‘Pole to Pole’ in m'n hoofd horen.
De volgende ochtend meren we aan in Wadi Halfa en het verschil met Egypte is direct merkbaar. Het is er namelijk heel rustig. Veel ezelkarren, bijna geen auto’s en niemand die me lastig valt. Het stadje zelf blijkt nog een paar km verder, maar de terreinwagen die als taxi fungeert, blijkt al voor me betaald te zijn.
Aankomst in Wadi Halfa: verse geperst sap.
En nu ’s avonds, nu het koel en zwoel is en de mensen ook weer naar buiten komen, is het heerlijk zitten en observeren. Naast Michael Palin moet ik ook vaak aan mijn andere grote reisheld denken: Kuifje. De stereotype figuren uit 'Kuifje en de Sigaren van de Farao’ zijn in Egypte bijna niet meer te zien, maar in Soedan lopen ze nog gewoon rond.
Vrijwel alle mannen dragen witte gewaden, al dan niet met wit hoofddeksel, vaak met kant-achtige patronen. De niqab, die zwarte tent die je in Egypte en zeker in Aswan nog best veel ziet, is hier uit het straatbeeld verdwenen. Goed, je ziet weinig vrouwen op straat, maar de vrouwen die er zijn dragen gekleurde gewaden.
Verderop hebben mannen een groot kleed gelegd en zijn daar lekker gaan zitten. Als er iemand bijkomt wordt er gegroet door eerst elkaar met de rechterhand een zachte klap op andermans hart te geven, gevolgd door een ferme handdruk.
Dit blijkt typisch voor Soedan te zijn en ik zal er nog tientallen van zien: vrouwen die als een drummer ingebouwd achter hun koffiekit zitten en hun toko runnen.
De koffie brandt in je keel van de gember en samen met de wierook die er naast wordt geserveerd is het een exotisch geurenpalet; zwoele geuren die over de hele stad hangen. Geen getoeter, geen auto’s, geen harde muziek.
Gek op overvolle winkel-van Sinkels.
Stenen kruiken met drinkwater.
Ik blijf maar een nachtje in Khartoum en neem de volgende dag meteen de bus richting Ethiopië. Halverwege die reis maak ik een tussenstop in Gadaref, een redelijk grote stad met heel veel zeer gastvrije bewoners.
Wanhopig met een blikje pop-corn op de foto willen komen.
Praktisch
Het grootste probleem voor een reis naar Soedan is het visum. Dit is in Nederland heel lastig te krijgen (duur, omslachtig, uitnodiging). Ik haalde mijn visum – zoals elke reiziger doet die vanuit Egypte komt – in Aswan. Geen gedoe, gewoon betalen en een week later ophalen. Wil je vanuit een ander land Soedan in reizen: succes!
Zoals gezegd gaat er elke zondag een veerboot van Aswan naar Wadi Halfa. Tickets zijn in Aswan eenvoudig te koop bij het kantoor van de Nile River Valley Transport Corporation. Je hebt wel een visum nodig om dit kaartje te kunnen kopen. Plan je reis dus goed, want als je te laat je visum koopt en dit bijvoorbeeld pas op maandag kunt ophalen, dan kun je pas de volgende zondag mee.
Er gaan tegenwoordig ook dagelijks bussen van Aswan naar Wadi Halfa, dus je komt er wel, maar de boot blijft toch de klassieke manier om deze overlandreis te maken.